De geschiedenis van de aardappel
De aardappel komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika en werden in de 16e eeuw door Spaanse ontdekkingsreizigers meegebracht naar Europa. In Zuid-Amerika werden aardappelen al duizenden jaren gegeten door de Inca’s. Het duurde nog wel even voordat de aardappel ook in Europa veel werd gegeten. De eerste planten werden in botanische tuinen geplaatst als curiositeit, niet als voedselplant. De aardappelplant zelf is giftig en daarom dacht men lange tijd dat de knollen ook ongezond waren. Pas in 1727 werd de aardappel voor het eerst in Nederland geaccepteerd en gegeten als voedsel. Langzaam maar zeker won de aardappel aan populariteit en kreeg het de rol van volksvoedsel. Vanaf de 18e eeuw werd de voedzame aardappel in heel Europa verbouwd en is sindsdien alleen maar populairder geworden.